Dat de ecologische crisis ook een sociale rechtvaardigheidscrisis is, is nergens duidelijker dan op de woonmarkt. Toch kan de verstrengeling van het sociale en het ecologische kansen bieden op structurele verandering. In deze visietekst schetsen de organisaties Reset.Vlaanderen, Sam (Steunpunt Mens en Samenleving) en Denktank Oikos de contouren van een toekomstbeeld waar wonen de motor van de transitie kan zijn. Een tekst die vooral wil aanzetten tot veel debat en gesprekken waar concrete voorstellen uit voortkomen.
Een goede plek hebben om te wonen, is een fundamentele behoefte van elke mens. En daar gaat deze discussienota over. Hoe een samenleving er al of niet in slaagt om deze behoefte in te vullen, is verbonden met de wijze waarop ze zichzelf organiseert. Daarom hangt wonen met zoveel zaken samen. Met de rol die we toebedelen aan marktwerking en de democratische regulering ervan, aan het belang dat we hechten aan kwalitatieve ruimtelijke ordening, aan het bestrijden van ongelijkheid, speculatie belonen of net tegengaan, etc. Daarom zijn we ervan overtuigd dat het antwoord op de huidige wooncrisis zowel heel concrete maatregelen moet omvatten als meteen ook dient te vertrekken van een heldere toekomstvisie. Zonder die ambitieuze horizon waar iedereen toegang heeft tot een betaalbare en duurzame woonst, dreigen goede maatregelen op zich toch onvoldoende positieve verandering te brengen. In wat volgt komen dus zeker vooruitzichten en voorstellen aan bod die sommigen zullen typeren als redelijk onhaalbaar, zeker op de korte termijn. En misschien zijn ze dat ook binnen de huidige organisatie van onze samenleving, maar ze zijn tegelijk noodzakelijk en onontbeerlijk willen we de wooncrisis op fundamentele wijze aanpakken. Dat is voor ons de grond van de woonzaak. En die begint dus met een breed perspectief, dat toelaat om heel gericht te focussen.
Het woord dat onze tijd hierbij het beste typeert, is dat van de polycrisis. Onze samenleving gaat doorheen een aantal diepe crisissen die zich tegelijkertijd afspelen en elkaar op heel wat vlakken versterken. Denk aan de energiecrisis, de oorlog in Oekraïne, de wooncrisis, de klimaatcrisis en het ineenstorten van de biodiversiteit. De oorlog deed bijvoorbeeld de energieprijzen op ongeziene wijze verder stijgen, waardoor de leef- en woononzekerheid van heel wat mensen sterk toenam.
Deze gelijktijdigheid van crisissen betekent ook dat er soms kortetermijnoplossingen bedacht worden die op lange termijn geen soelaas bieden, of zelfs de aanpak van een andere crisis in de weg staan. Zo is het belangrijk dat gezinnen met een laag inkomen die noodgedwongen een slecht geïsoleerde woonst huren, een sociaal energietarief kunnen genieten. Maar die kortetermijnmaatregel, die erg veel geld kost, mag niet vertragend werken om verhuurders te verplichten te investeren in energiebesparende maatregelen. Anders blijft de overheid de nalatigheid van een groep eigenaars subsidiëren. Hetzelfde geldt op macroniveau: de huidige energiecrisis doet overheden investeren in infrastructuur voor fossiele brandstoffen, terwijl ook de klimaatcrisis net een doorslaggevend extra argument is om dit niet te doen, maar wel fors in te zetten op massieve investeringen die de energiebehoefte sterk reduceren.
Het huidige woonbeleid kenmerkt zich ook door wat economen omschrijven als lock-in: we zitten vast in en op het pad dat zich de voorbije decennia ontwikkelde.
Terug naar het wonen: de wooncrisis is misschien wel een van de moeilijkste om op te lossen. Een woonst bouw of verbouw je niet snel of goedkoop, en heel de woonvoorraad in orde stellen is een enorme opdracht die decennia volgehouden moet worden en ambitieuze inspanningen vergt. Het huidige woonbeleid kenmerkt zich ook door wat economen omschrijven als lock-in: we zitten vast in en op het pad dat zich de voorbije decennia ontwikkelde. Daaruit geraken vergt eerst en vooral het verbeelden van een ander woonmodel. Geen duurzame verbetering op korte termijn zonder inbedding in een langetermijnvisie op transitie. Daarbij is het belangrijk om platgetreden paden te durven verlaten. Denk bijvoorbeeld aan de problematiek van dakloosheid, die erg hardnekkig is, alle waardevolle initiatieven ten spijt. Het housing first beleid van Finland toont dat het beleid over een andere boeg gooien — zeg maar een paradigmashift — kan werken. Het heeft ertoe geleid dat, in tegenstelling tot andere landen, dakloosheid sterk is teruggedrongen op permanente wijze sinds 2008. Het uitgangspunt is eenvoudig: bied de betrokkenen een woning aan zonder voorwaarden. Want omdat wonen zo’n fundamentele behoefte is, betekent het invullen van die behoefte dat er bij de betrokkenen eindelijk ruimte ontstaat om andere uitdagingen in hun leven ten gronde aan te pakken. Dat is dus het klassieke beleid op zijn kop gedraaid, dat bijvoorbeeld stelde dat mensen terug eerst een job moesten vinden, of werken aan hun verslavingsproblematiek, zodat ze terug toegang kunnen krijgen tot de woonmarkt. Misschien is housing first ook wel het ideale vertrekpunt als idee om heel het woonbeleid in ons land ondersteboven te halen — zodat iedereen zicht krijgt op een betaalbare en kwaliteitsvolle woonst, wat ook je situatie is op andere levensvlakken.
Om dit toekomstbeeld te verzekeren moeten ook ecologische uitdagingen aangepakt worden. Een goede, betaalbare woning betekent ook een energiezuinige, goed geïsoleerde woning, ruimtelijk goed gelegen en nabije voorzieningen. We onderscheiden twee niveaus. Op het macroniveau moeten we als samenleving grote stappen zetten om voldoende snel werk te maken van de transitie om zo klimaatontwrichting en verdere milieuvervuiling tegen te gaan. Huisvesting is daarbij een belangrijke hefboom. Op het microniveau moeten woningen klimaatneutraal worden, alsook bestand tegen de gevolgen van de klimaatcrisis en de stijgende energieprijzen. In die zin vormen volgende voorstellen een samenhangend geheel. Enkel als ze gelijktijdig en voldoende snel gerealiseerd worden, kunnen ze elkaar versterken om zo de transitiemotor voldoende krachtig op gang te trekken. Zo vervangen we de vicieuze cirkels die nu de woonmarkt gevangen houden door positieve, virtueuze cirkels van verandering.
De overheid heeft als democratische taak een toekomstvisie uit te tekenen die de realisatie van de grondrechten van haar inwoners nastreeft. Dat betekent een helder beleidskader en de nodige financiële middelen, met de verantwoordelijkheid voor reguleren, handhaven, stimuleren en sensibiliseren in functie van het algemeen belang, in het bijzonder voor de meest kwetsbare groepen. Een democratisch proces zorgt voor een sterke samenhang tussen ecologische en sociale vereisten. Ook tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus bestaat een duidelijke en efficiënte verdeling van verantwoordelijkheden.
Hoe raken we daar (hoe raken we af van die padafhankelijkheid)?
Een volgende stap is om de weg naar deze toekomstvisie uit te tekenen. Hoe raken we daar en welke strategie volgen we? Hoe dan ook houden we ons aan enkele basisprincipes: de nood aan een holistisch beleid, democratisch proces en draagvlak. Deze visietekst vormt de basis voor een verder traject met diverse sociale en ecologische organisaties om tot een aantal concrete, breed gedragen standpunten te komen, met het oog op de volgende verkiezingen in 2024. Daarnaast verkennen we ook de mogelijkheid om innovatieve projecten op te starten, gebaseerd op de principes die we hebben geformuleerd. Samen met het netwerk, een brede coalitie van milieu- en klimaatbewegingen, het sociale middenveld en vakbonden willen we naar een warm woonbeleid waar wonen de motor van de transitie kan zijn. Want, om het nog een keer scherp te stellen: de nood is hoog, het water staat aan de lippen voor heel wat mensen op de woonmarkt en de klimaatontwrichting is bezig. Het is daarom ontoelaatbaar dat de lage inkomensgroepen niet alleen het slechtst wonen terwijl ze het minst bijdragen tot de klimaatontwrichting en het hardst getroffen worden door de effecten van klimaatontwrichting. Ze ontberen bovendien de middelen om zich hiertegen te beschermen. Dit is een fundamentele kwestie van sociaal-ecologische rechtvaardigheid.
Karel Pype is beleidsmedewerker bij Reset. Vlaanderen, de netwerkorganisatie rond de rechtvaardige transitie in Vlaanderen. Met een achtergrond in de milieu-economie focust hij op thema’s zoals energie en wonen, financiën en fiscaliteit, en circulaire economie en werk.
Klaas Poppe is stafmedewerker wonen en duurzaamheid bij SAM, Steunpunt Mens en Samenleving, met focus op trajecten rond duurzaamheid binnen SAAMO en het actieplan Sterk Sociaal Werk.
Dirk Holemans is coördinator van Oikos — Denktank voor Sociaal-Ecologische Verandering en co-voorzitter van de Green European Foundation. Hij is co-auteur van onder meer Voor wie willen we zorgen? Ecofeminisme als inspiratiebron en Het Ecologisch Kompas.