In #39 Algoritmes werd het gedicht 'Kersenpitkussens 1986' gepubliceerd van Ella Bronder. In het gedicht gaan we van lange, trage nachten naar het heelal en verder, tot we 's ochtends weer opstaan.
Ik slaap soms dertien uur per nacht
zwemmen in lauwe poelen
waar tapirs de bruine korrels
tussen hun vingers laten glijden
graancirkels op handpalmen tekenen
Looks like a couple of the solid rocket boosters blew away from the side of the shuttle in an explosion. Flight controllers here looking very carefully at the situation. Obviously a major malfunction
Het heelal ruikt naar kersenpitkussens
nachten opgeslokt
door grote rode kogels
wanneer ze de ijspegels van de staart blazen
de Kármánlijn tussen hun ogen vinden
de temperatuur ijken
Wanneer ik niet kan slapen
wijst mijn moeder naar
de microgolfoven
de kribbe in mijn maag
opwarmen – kneden tot
de zeeën geteld vanuit de lucht
landen op de kruin van hun zwaartekracht
78 seconden uitspreiden
hun waarheid
wat het even moet zijn geweest
Nachtvlinders denken dat
de maan stuk kan vallen op de grond
navigeren langs de scherven
de onbevolkte ingewanden
klevend aan mijn gehemelte
Meestal word ik wakker van de warmte
hijgen ze tegen de wrakstukken van hun ijzeren longen
’s Ochtends staan we op en kijken omhoog naar
de stoelen in het water
de tapir zoekend aan hun voeten
de rode kogels in de lucht
hadden ze het toen nog kunnen zien
Via de website van Kluger Hans kan je een exemplaar van #39 Algoritmes kopen!